De evolutie van risicospreiding gaat verder

Veel beleggers zien spreiding vaak vooral als een mengsel van aandelen en obligaties. Maar in het vervolg op een historisch overzicht in de Risk Parity Radio podcast gepresenteerd door Frank Vasquez wordt duidelijk dat de reis van risicospreiding veel rijker is: ideeën uit oude teksten, beproevingen tijdens economische crises, en creatieve portemonneestrategieën spelen allemaal een rol.

In aflevering 5 wordt verder ingegaan op hoe theorieën in de praktijk zijn toegepast in de 20e en 21e eeuw — en welke lessen we daaruit kunnen trekken.


🎙️ Wat wordt besproken

De aflevering begint met de overgang van theoretische modellen naar praktische strategieën. Waar vroeger vooral gedacht werd in ideale scenario’s, introduceerden beleggers en denkers alternatieve activaklassen (zoals goud, grondstoffen en contanten) om portefeuilles sterker te maken onder verschillende omstandigheden.

Een bekend voorbeeld is de Permanent Portfolio: vier gelijke delen aandelen, langlopende obligaties, goud en contanten. Het idee is dat in elke economische fase – groei, inflatie, deflatie of recessie – minstens één onderdeel goed presteert. Toch blijkt de uitvoering minder eenvoudig dan het lijkt. Een gelijke verdeling betekent niet dat elk onderdeel hetzelfde risico draagt: goud is bijvoorbeeld veel volatieler dan obligaties. Daarom zijn moderne versies vaak risicogewogen of dynamisch, waarbij de wegingen worden aangepast op basis van volatiliteit en correlaties tussen de activaklassen. Wat werkte in rustige markten, faalde soms in turbulente tijden. Strategen leerden dat rigiditeit gevaarlijk is — je moet in staat zijn om je portefeuille aan te passen bij nieuwe inzichten, zonder in paniek te verkopen.


🔑 Kernpunten uit Deel II

  • Van theorie naar praktijk – spreiding gaat verder dan één model: het vraagt adaptieve strategieën.
  • Permanent Portfolio als beginpunt – de klassieke vierdelige mix laat zien dat diversificatie eerder bekend dan modern is.
  • Volatiliteit verschillen zijn belangrijk – gelijke gewichten leiden niet automatisch tot gelijke risico’s.
  • Crisiservaringen dwingen tot aanpassing – modellen moeten getest zijn onder echte worstcases.
  • Aanpasbaarheid is een sterkte – een portefeuille-houder die mee kan bewegen, houdt beter stand dan iemand die aan oude concepten blijft vasthouden.

💡 Mijn reflectie

Wat ik vooral waardeer van dit tweede deel is de erkenning dat spreiding geen statische truc is, maar een continu proces van aanpassen, leren en verfijnen. De ideeën uit het verleden (zoals het Permanent Portfolio) fungeren als inspiratie, maar geen strategie is heilig — je moet kritisch blijven kijken naar gegevens, fluctuaties en je eigen doelen. Voor Nederlandse beleggers is dat een goede les: wat in de VS werkte hoeft hier niet perfect te slagen — de rentemarkt, inflatie, belastingstructuren en beleggingsproducten verschillen. Het bewust opnemen van meerdere activaklassen en het mee-adapteren met veranderende markten kan het verschil maken tussen een portefeuille die overleeft en één die instort. Ik zie dit als een natuurlijke uitbreiding van het principe dat risicobeheersing prioriteit heeft boven maximale rendementen. Zeker als je investeert met het oog op lange termijn stabiliteit of inkomen, moet je voorbereid zijn op tijden waarin de standaardmix faalt.


✅ Wat kun je hieruit meepakken

  • Spreiding is nooit “af” — het vraagt onderhoud, bijstellen en durven te veranderen.
  • Strategieën uit het verleden zijn waardevol, maar niet maakbaar; je moet flexibel zijn.
  • Risico’s verschillen per activaklasse – een ‘gelijke verdeling’ is meestal geen gelijke risicobelasting.
  • Crisiservaringen laten zien waar modellen kwetsbaar worden — test wat je doet in extremere scenario’s.
  • Een portefeuille-houder die kan reageren is meestal sterker dan een die kosten wat kost vast houdt.

📚 Meer lezen & luisteren

Deze inzichten komen uit Risk Parity Radio. De afleveringen en achtergrondinformatie zijn te vinden op riskparityradio.com.

Plaats een reactie