💥 Waarom ‘spreiden over aandelen’ géén spreiding is

In de recente podcast met Hans Oudshoorn, Niels Koerts en Arend Jan Kamp ging het uitgebreid over spreiden.
Een belangrijk onderwerp — maar hun definitie van “spreiding” blijft steken in de traditionele denkwijze.

Want laten we eerlijk zijn:
wie tien verschillende aandelenfondsen bezit, zit meestal niet écht gespreid.
Je hebt gewoon tien varianten van dezelfde motor.

Echte spreiding gaat niet over aantallen of sectoren, maar over risico’s.
En dat is precies wat de meeste beleggers over het hoofd zien.


🎯 De schijnveiligheid van klassieke spreiding

Veel portefeuilles bestaan uit wereldwijde aandelenfondsen, aangevuld met wat dividendaandelen of een stukje vastgoed.
Dat voelt veilig — tot de markt daalt.
Dan blijkt alles tegelijk te bewegen.

Die fondsen hebben misschien andere namen, maar ze leunen allemaal op dezelfde economische pijler: groei.
Als die hapert, hapert de hele portefeuille.

Zelfs “defensieve” aandelenfondsen bieden dan nauwelijks bescherming.
De correlaties lopen op, de diversificatie verdwijnt, en je ontdekt dat je in feite één groot aandelenrisico hebt.


⚖️ Echte spreiding: risico’s verdelen, niet producten

De kern van een goede portefeuille is niet meer posities, maar meer balans.
Dat is waar risk parity het verschil maakt.

In een risk parity-portefeuille draagt elke activaklasse evenveel bij aan het totale risico.
Dat betekent:

  • Minder aandelen dan je gewend bent
  • Meer lange obligaties als tegenwicht
  • Een stabiele allocatie naar goud of grondstoffen
  • En een kleine cashpositie voor flexibiliteit

Zo creëer je geen optelsom van rendementen, maar een evenwicht van risico’s.
Dat maakt de portefeuille veerkrachtig in elk klimaat — of het nu groei, inflatie of recessie is.


🧠 Waarom dit tegenintuïtief voelt

Risk parity voelt voor veel beleggers vreemd, omdat het afwijkt van de gebruikelijke verdeling:
“aandelen voor groei, obligaties voor stabiliteit.”
Maar in werkelijkheid is dat klassieke model scheef.

Aandelen bepalen 80 tot 90 procent van het risico in de meeste portefeuilles.
Wie dat risico terugbrengt en spreidt over meer bronnen, levert niet per se rendement in — hij maakt het juist consistenter.

De magie zit in het gladstrijken van de rit.
Een portefeuille die minder piekt en daalt, presteert op lange termijn vaak beter, juist omdat je rustiger kunt blijven zitten.


🧓 Voor wie leeft van vermogen

Voor wie financieel onafhankelijk is en geen loonstrook meer heeft, is die rust essentieel.
Een daling van 30% is niet alleen psychologisch zwaar, maar kan letterlijk het opnamebedrag uit je vermogen aantasten.

Daarom is risk parity zo krachtig: het is niet gebouwd op optimisme, maar op overleving.
Het vangt de klappen op zonder dat je alles hoeft te verkopen — en dat is precies wat een pensioenportefeuille nodig heeft.


💬 Mijn reflectie

Wat me telkens opvalt, is hoe vaak beleggers “spreiding” verwarren met “veel”.
Tien fondsen, twintig ETF’s — maar allemaal met dezelfde onderliggende risico’s.

Echte spreiding vraagt om denken in dynamiek, niet in aantallen.
Om balans tussen groei, inflatie, rente en onrust.

Risk parity dwingt je om zo te denken — niet vanuit winstbejag, maar vanuit robuustheid.
En juist dát is wat de meeste portefeuilles missen.


📚 Meer weten

Wie zich verder wil verdiepen in deze manier van denken, kan luisteren naar Risk Parity Radio, de podcast van Frank Vasquez.
Daarin wordt spreiding niet verkocht als marketingterm, maar uitgelegd als een doordachte beleggingsfilosofie:
risico’s verdelen zodat je vermogen blijft groeien — wat de markt ook doet.

Plaats een reactie